Sla menu over Meer over toegankelijkheid
Veenkoloniën

Over de Kwaliteitsgids

Van en voor iedereen die meer wil weten over erfgoed, ruimtelijke kwaliteit en landschap (ERL)

Groningen, de poëzie van je landschap wordt door velen beschreven en bezongen. Bewoners zijn terecht trots en bezoekers worden verrast door de diverse landschapsstructuren en sporen uit de geschiedenis die ze aantreffen. Van grootschalig open polderland met de bekende weidse vergezichten tot het kleinschalige coulisselandschap. Historische wierdendorpen met hun kerken, meanderende beken met oude houtwallen. Als groenen linten slingeren de wegen met bomenrijen door het landschap en verbinden ze dorpen en gehuchten, boerderijen en borgen. Wie goed kijkt ziet het reliëf van de wierden in het open kleilandschap en de zandruggen en oeverwallen in het verder door wijken en diepen opgedeeld veenlandschap.

De landschappelijke rijkdom van Groningen zoals we die nu kennen, is het resultaat van een lange ontstaansgeschiedenis. De hoogtes en laagtes, de grote variatie in bodemsoorten: dit alles is de erfenis van duizenden jaren samenspel tussen de aarde, de mens en de natuur. In het landschap kunnen we zien hoe de mens elke keer weer een vorm vond om zich te beschermen tegen het water en hoe boeren door de eeuwen heen de bodem in cultuur gebracht hebben om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien. Ook is uit het landschap af te lezen welke ontginningen er hebben plaatsgevonden en hoe de welvaart in de provincie was verdeeld. De bekende wierdendorpen, die als groene eilandjes in het omliggende weidse landschap verspreid liggen, hebben hun oorsprong bij de eerste pionierende boeren, die landbouw bedreven op de onbedijkte kwelders. En waar we nu uitwaaien op de dijk van bijvoorbeeld Noordpolderzijl of de punt van Reide, was nog niet eens zo lang geleden de Waddenzee heer en meester over het gebied. Middag en Humsterland waren ooit eilanden, en waar ooit het Reiderland was, is nu juist weer grotendeels water. En wat te denken over het gebied van de veenkoloniën met zijn strakke verkavelingspatroon. Dit was ooit een ontoegankelijk moerasgebied met hier en daar een zandrug. Dijken, wierden, de weidsheid en de kerkjes, molens, borgen en herenboerderijen: het is allemaal “typisch Gronings” en alles samen vormt het het Groninger landschap waar we trots op zijn en ons thuis en welkom voelen.

De Kwaliteitsgids

De Kwaliteitsgids wil iedereen die zich bezighoudt met ruimtelijke kwaliteit van de fysieke leefomgeving inspireren. Het landschap waarin wij nu leven, werken en ontwikkelen is het resultaat van een lange ontstaansgeschiedenis. Sporen uit die geschiedenis hebben bijgedragen aan de vorming van kernkwaliteiten die ook nu nog het karakter van het landschap bepalen. Hier willen we zorgvuldig mee omgaan, zij vormen het kader waarbinnen we toekomstgericht kunnen ontwikkelingen zonder de ruimtelijke kwaliteit van het landschap te schaden en historisch belangrijke elementen te verliezen. Ondanks dat we in Groningen nog over een relatief authentiek en gaaf cultuurhistorisch landschap beschikken, is in de naoorlogse periode de ruimtevraag enorm toegenomen. Veel veranderingen in het gebruik van het landschap zijn verweven met het oorspronkelijke cultuurhistorische landschap, de meeste van deze ontwikkelingen zijn hierbij volgens een planmatige in plaats van gebiedsgebonden lijn uitgevoerd. De laatste decennia krijgen ecologie, natuur en lokale kenmerken weer een prominenten plek in de gebiedsontwikkeling. Door met respect om te gaan met de kernkwaliteiten blijft het landschap ook in de toekomst zijn gebiedseigen – “typisch Groningse”-waarden behouden.

De kwaliteitsgids beoogt kennis te delen en handreikingen te bieden bij kleine en grotere ruimtelijke ontwikkelingen met tips voor proces en ontwerp en bevat verschillende voorbeeldprojecten en visies. Hiervoor is onder andere de Kwaliteitskaart ontwikkeld.

De Kwaliteitskaart

Op de Kwaliteitskaart, wordt de aan het aardoppervlak nu nog zichtbare historisch gegroeide landschappelijke hoofdstructuur van Groningen weergegeven. De kaart verbeeldt daarbij de essentiële kenmerken die bepalend zijn voor het karakter van de verschillende onderliggende landschapstypen. Deze kenmerken, of kernkwaliteiten, zijn bepalend voor de ruimtelijke kwaliteit van desbetreffende gebieden. Door de ontstaansgeschiedenis en de huidige verschijningsvormen van het landschap is de provincie onder te verdelen in zeven regio’s:

  1. Het Zuidelijk Westerkwartier
  2. Wierdenland en Waddenkust
  3. Het Gorecht
  4. Het Centrale Woldgebied & Duurswold
  5. De Veenkoloniën
  6. Oldambt
  7. Westerwolde

Elk deelgebied heeft zijn eigen specifieke karakter en kernkwaliteiten. De Kwaliteitskaart heeft als doel om de landschappelijke hoofdstructuur en die van de zeven deelgebieden van Groningen op aansprekende wijze te verbeelden. In éen oogopslag is duidelijk wat het meest typerend is voor deze zeven regio's en geeft ook aan wat hen onderling onderscheidt.

De gebiedsbiografie van de Groninger landschappen

De gebiedsbiografie van de Groninger landschappen vertelt de ontstaansgeschiedenis van de zeven regio’s van Groningen zoals die zijn ingedeeld volgens de Kwaliteitsgids van Groningen. Elk van deze landschappen heeft een eigen historische gelaagdheid en het karakter verschilt van gebied tot gebied. Het is het verhaal waarin, naast de aardkundige geschiedenis, ook de geschiedenis van de mens en de natuur in het landschap wordt verteld. Door deze benadering wordt de samenhang tussen de verschillende aspecten van landschapsontwikkeling via fysische geografie, geologie, cultuurhistorie, archeologie, ecologie en ruimtelijke kwaliteit integraal beschreven. Soms zit er een overlap tussen de geschiedenis van de gebieden, waardoor het kan zijn dat bepaalde beschrijvingen op elkaar lijken. Hier is bewust voor gekozen zodat de biografieën per deelgebied als een autonoom verhaal gelezen kunnen worden. De gebiedsbiografieën van deze kwaliteitsgids zijn echter beknopt. Ze kunnen als uitgangspunt dienen voor meer uitgebreide gebiedsbiografieën die die de komende xxx jaren per deelgebied opgesteld zullen worden, voor zover dit nog niet is gebeurd. Deze biografie is naast de professional die aan een ruimtelijke opgave wil werken, ook zeker bestemd voor de geïnteresseerde lezer die meer wil weten over de ontstaansgeschiedenis van een bepaald gebied van Groningen.

De biografieën zijn allen opgebouwd volgens een hoofdstructuur van vier geschiedkundige perioden; de Prehistorie, de Middeleeuwen (ca. 500- 1500), de Nieuwe Tijd (1500-1800) en de Moderne Tijd (1800-heden). Binnen deze hoofdstructuur worden de fysisch geografische geschiedenis en de sporen van de mens via de landschapsarcheologie en landschapsgeschiedenis integraal meegenomen.

De fysisch geografische geschiedenis

De bakermat van het Groninger landschap ligt in de prehistorie. De verschillende ijstijden met daartussen grote klimaatsveranderingen hebben voor geologische en natuurlijke processen gezorgd waardoor het landschap zoals we dat nu kennen, is ontstaan. We beginnen de geschiedenis met het Elsterien, 475.000-410.000 jaar geleden, toen het noorden van Nederland voor het eerst volledig bedekt werd met landijs. Na het Elsterien volgde het Holsteinien (410.000-380.000 jaar geleden), een warmere periode. Tijdens het Saalien (380.000-130.000 jaar geleden) was Noord-Nederland bedekt onder een dikke laag landijs, die zorgde voor vorming van grote structuren in het landschap. Het Eemien (130.000-117.000 jaar geleden) was de warmere die hierop volgde. Tijdens de koude periode hierna, het Weichselien (117.000-11.700 jaar geleden) reikte het landijs niet tot aan Noord-Nederland maar heerste er wel een toendraklimaat.

Door de opwarming tijdens het Holoceen (11.700 jaar geleden – heden) smolten de ijskappen en steeg het zeewater en later ook het grondwater. De noordelijke strook van Groningen, nu bekend als het Wadden- en Wierdenland, veranderde in een dynamisch landschap van strand-, kwelder - en oeverwallen. Door het geleidelijk aangroeien van de kwelders ontstonden hoger gelegen gebieden die rond 700 v.Chr. aantrekkelijk waren voor de vestiging van de eerste kolonisten. Verder landinwaarts verdronk door een nieuwe zeespiegelstijging rond 1600 v. Chr. een groot deel van het achterliggende lager liggende landschap. Dit veranderde in een ondoordringbaar veenmoeras dat in de loop van de tijd zorgde voor een dik en aaneengesloten veenpakket. De samenstelling van de bodem van klei, zand of veen, het reliëf en de waterlopen die tijdens deze perioden zijn gevormd, zijn nog steeds op meerdere plaatsen in het landschap duidelijk waarneembaar.

Landschapsarcheologie

Archeologie kan ons het verhaal vertellen van bewoners en hun gewoonten uit de verschillende perioden door sporen en materiele resten die in de grond bewaard zijn gebleven, het bodemarchief. De provincie Groningen kent een grote archeologische diversiteit die samenhangt met de verschillende bewonings- en gebruiksmogelijkheden van het landschap door de tijd heen. Op hoofdlijnen is hierbij vooral een scheiding te zien tussen het kweldergebied, de (voormalige) veengebieden en de pleistocene zandgronden. Voorbeelden van archeologische resten zijn de wierden op de kwelders, de randveenontginningen en –dorpen op de (voormalige) venen en de tijdelijke kampementen met vuurstenen gereedschap van jager-verzamelaars op de zandgronden. Maar in Westerwolde zijn er bijvoorbeeld ook resten van Celtic fields, urnenvelden en grafheuvels gevonden.

Landschapsgeschiedenis

Het reliëf, de samenstelling van de ondergrond, het hydrologisch regime en de vegetatieontwikkeling zijn altijd bepalend geweest voor de gebruiksmogelijkheden van een gebied en de daaraan gerelateerde landschappelijke inrichting. Afhankelijk van het type landschap is er een divers cultuurlandschap ontstaan dat mede gevormd werd onder invloed van bijvoorbeeld macht, religie en sociale structuren. Daardoor zien we regionale verschillen in historische, sociale en economische ontwikkeling. In de loop van de geschiedenis is er een grote variatie aan bebouwingsstructuren, landschapselementen en patronen ontstaan die samen de huidige ruggengraat van de landschappelijke hoofdstructuur van Groningen vormen. Zowel het cultuurhistorische landschap als het gebouwde erfgoed van Groningen zijn sterk verweven met deze ontstaansgeschiedenis. In deze gebiedsbiografie worden per deelgebied de cultuurhistorische kenmerken benoemd en geïllustreerd aan de hand van kaart- en beeldmateriaal.

De gebiedsbiografie van iedere regio sluit af met een overzicht van de structuren en elementen die nu nog zichtbaar zijn in het landschap, onder het kopje “Huidige sporen uit deze periode/ Kernkwaliteiten”. Dit zijn de streekeigen kenmerken waarmee we zorgvuldig willen omgaan en die het kader vormen waarbinnen we toekomstgericht kunnen ontwikkelingen zonder de ruimtelijke kwaliteit van het landschap te schaden en historisch belangrijke elementen te verliezen.

In de landschapsbiografie van de Groninger landschappen worden verschillende terminologieën gebruikt. Voor de beschrijvingen, de wijze waarop we bepaalde termen gebruiken en waarvoor ze dienen is een aparte bijlage opgesteld.

Kernbegrippen Kwaliteitsgids Groningen

Archeologie

Archeologie houdt zich bezig met de reconstructie van het leven van de mensen in het verleden op basis van materiële overblijfselen die zich in de bodem bevinden. Deze overblijfselen kunnen duizenden jaren oud zijn of slechts een aantal decennia, zoals sporen uit de Tweede Wereldoorlog. Archeologie is onze enige bron van informatie over het leven van de mensen in de prehistorie.

Erfgoed

Met erfgoed bedoelen we sporen uit het verleden die aanwezig zijn in onze huidige tijd. We onderscheiden binnen het erfgoed immaterieel erfgoed (gebruiken, gewoonten en verhalen) en  materieel erfgoed (gebouwen, natuurgebieden en landschappen, maar ook boeken en kunstwerken). Voertuigen behoren tot het mobiele erfgoed.

In de Kwaliteitsgids Groningen vindt u bij het thema Erfgoed uitsluitend informatie over het onroerend erfgoed, omdat dit op de kaart te vinden is. Welke soorten onroerend erfgoed zijn er?

Rijksmonumenten, provinciale en gemeentelijke monumenten

Gebouwen maken deel uit van het materiële erfgoed. Rijksmonumenten zijn gebouwde of aangelegde objecten of archeologische terreinen die behouden moeten blijven vanwege hun schoonheid, cultuurhistorische waarde of wetenschappelijke betekenis..

Naast rijksmonumenten zijn er in de provincie Groningen ook gemeentelijke monumenten. Alleen de provincies Noord-Holland en Drenthe hebben momenteel provinciale monumenten. Gemeenten kunnen besluiten een bijzonder pand op de gemeentelijke monumentenlijst te zetten. Eind * waren er volgens de Erfgoedmonitor Groningen meer dan * gemeentelijke monumenten.

Archeologische (rijks)monumenten

Archeologische rijksmonumenten zijn terreinen van hoge archeologische waarde met resten, voorwerpen of andere sporen van mensen uit het verleden. Deze kunnen zichtbaar zijn, zoals wierden. Maar het grootste deel van de archeologische monumenten in Nederland ligt onder het oppervlak, bijvoorbeeld in de bodem of onder het wateroppervlak. De meeste archeologische rijksmonumenten bevinden zich in het gebied in het noorden van Groningen (rond Bedum en Delfzijl).

Stads- en dorpsgezichten

Een beschermd stads- of dorpsgezicht is een gebied binnen een stad of dorp met een bijzonder cultuurhistorisch karakter. Door deze bescherming blijft dit karakter behouden. In de provincie Groningen zijn er ruim ** van deze beschermde gebieden.

Werelderfgoed in Nederland

Een voorbeeld van een natuurgebied dat deel uitmaakt van het materiële erfgoed in Nederland is de 7000 jaar oude Waddenzee. Vanwege de enorme diversiteit aan planten- en diersoorten en de bijzondere eigenschappen van het ecosysteem kreeg de Waddenzee zelfs een plek op de UNESCO-Werelderfgoedlijst, een internationale lijst van materieel werelderfgoed. Nederland telt momenteel tien van deze werelderfgoederen die zo belangrijk voor de wereldgemeenschap zijn dat we ze veilig aan toekomstige generaties willen doorgeven. Dit kunnen zowel culturele als natuurlijke monumenten zijn of een combinatie van beide.

Groen erfgoed

Groen erfgoed is de verzamelnaam voor historische groen-aanleggen zoals tuinen, parken, woonwijken, verdedigingswerken, begraafplaatsen, buitenplaatsen en landgoederen. Cultuurlandschappen met door de mens beïnvloed groen zoals (hakhout-)bossen, houtwallen vallen ook onder de noemer Groen erfgoed.

https://www.atlasleefomgeving.nl/meer-weten/erfgoed

Gebiedsbiografie

Een gebiedsbiografie verteld chronologisch het verhaal over de ontstaansgeschiedenis van het huidige cultuurlandschap. Het belicht in woord en beeld hoe een gebied in de loop van de tijd veranderde onder invloed van de wisselwerking tussen aardkundige, natuurlijke en menselijke factoren. En hoe het verleden in het hedendaagse landschap doorwerkt. Door de verbanden te laten zien tussen de verschillende lagen van het landschap, zoals bodem en historische bebouwing, wordt inzicht verkregen in de historische en ruimtelijke ontwikkelingen. En de daaruit voortvloeiende kenmerken, patronen en structuren (hierna kenmerken genoemd). Deze gebiedsspecifieke kenmerken vormen de identiteit van een gebied.

Gebiedsidentiteit

De identiteit van een gebied wordt bepaald door de aanwezige gebiedsspecifieke kenmerken. Deze zijn ontstaan door de wisselwerking tussen aardkundige, natuurlijke en menselijke factoren gedurende de ontstaansgeschiedenis van het cultuurlandschap. Het ene gebied onderscheid zich hierdoor duidelijk van het andere gebied. Zo zijn er voor de Provincie Groningen 7 gebieden vastgesteld met ieder hun eigen kenmerken en een eigen gebiedsidentiteit.

Landschap

Landschap is een gebied zoals dat door mensen wordt waargenomen en waarvan het karakter bepaald wordt door natuurlijke en/of menselijke factoren en de interactie daartussen.

Ruimtelijke Kwaliteit

Met ruimtelijke kwaliteit wordt een omgeving of een bouwwerk bedoeld met de juiste mix van een hoge gebruikswaarde, toekomstwaarde en belevingswaarde. Dit houdt in dat het gebied of bouwwerk optimaal gebruikt kan worden voor het beoogde doel, robuust en duurzaam is (de vraag of het de ruimtelijke gevolgen van veranderende omstandigheden kan opvangen), en daarbij aangenaam en aantrekkelijk is om te zien (zie: matrix Ruimtelijke Kwaliteit). Ruimtelijke kwaliteit is hierdoor naast een mix van eigenschappen van een gebied en een mix van objectieve en subjectieve elementen ook schaalgebonden en tijdsgebonden. Ruimtelijke kwaliteit kan worden bepaald doormiddel van een integrale, ruimtelijk-functionele analyse van het gebied of bouwwerk. (p. 20) (bron: RLI)

Vakgebieden/colofon

De gebiedsbiografieën van de Groninger landschappen zijn opgesteld door provincie Groningen in samenwerking met het Kenniscentrum Landschap van de Rijksuniversiteit Groningen en Landschapsbeheer Groningen. Landschapshistorici, archeologen, geologen, het Provinciale Bouwheerschap, cultuurhistorici, erfgoeddeskundigen, ecologen en biologen hebben hierin samengewerkt. Door de bundeling van kennis uit theorie en praktijk, is het verhaal van de Groninger landschappen integraal verteld.

Bibliotheek, shortlinks naar publicaties, organisaties, kaartmateriaal, etc.

Inleiding Gebiedsbiografieën Groningen

Bestandnaam Grootte
Inleiding Gebiedsbiografieën Groningen 0.3 MB

Downloads

Bestandnaam Grootte
Basis kwaliteitskaart landschap 15.3 MB